Paradijs - Reisverslag uit Hoofddorp, Nederland van Cindy Verheij - WaarBenJij.nu Paradijs - Reisverslag uit Hoofddorp, Nederland van Cindy Verheij - WaarBenJij.nu

Paradijs

Door: Cindy

Blijf op de hoogte en volg Cindy

05 Mei 2011 | Nederland, Hoofddorp

Dinsdag 3 mei 2011, 20.17 uur

Gisteren werd het toch nog laat. Ik ging om 0.30 uur slapen, want ik wilde graag mijn reisverslagen nog op internet zetten. Daar ben ik dan zomaar weer een uur mee bezig. Maar het wordt beloond met allemaal lieve reacties vanuit Nederland. Vanochtend moeten we er allemaal rond 7.45/8.00 uur uit. Ik ga vandaag met Dirma (moeder van Jenny) en Anita (zusje van Jenny) de jeepsafari doen. Jenny en Mirjam moeten naar stage. Als Jenny en ik rond 7.30 uur al rustig wakker worden (nog liggend in bed), ontvangt Jenny een sms van Mirjam, die een kamer naast ons ligt. Ze is ziek en heeft de hele nacht liggen spoken en rillen in bed. Ze gaat niet naar stage. Jenny gaat douchen, ik ontbijt. Ik hoef vast niet te vertellen wat ik eet. Als Jenny gedoucht heeft, gaat haar telefoon. Het is stage. De mevrouw met wie ze een afspraak hebben, is ook ziek. Geen stage dus vandaag. Nadat ik zelf gedoucht heb, pak ik mijn spullen. Zodra ik naar buiten wil stappen, begint het weer te gieten. Shit. De poncho maar weer snel aantrekken. Jammer alleen dat die dingen zorgen voor een broeikaseffect. Met het gevoel dat ik iets vergeet, vertrek ik richting ’t Vat, het verzamelpunt van vandaag. Als ik daar doorweekt en heet aankom, post ik eerst de laatste vijf kaartjes. Die komen natuurlijk veel te laat aan. Even voor de duidelijkheid: het is niet zo dat deze vijf mensen minder belangrijk zijn, maar het zit zo. Toen ik bij het postkantoor de andere negen kaartjes kocht, wilde ik graag ook een aantal van de leuke kaart die Jenny mij had gestuurd. Maar die hadden ze niet meer. Voel je dus niet achtergesteld (de anderen hebben het trouwens ook nog niet ontvangen, denk ik zo). Afijn, de jeepsafari. Dirma en Anita zitten al op het terras. We zien deze dag niet al te zonnig in. Wordt ook lastig met zo veel regen.

Woensdag 4 mei 2011, 9.57 uur

Het scheelt dat de gids van de jeepsafari erg enthousiast en grappig is. We zijn in totaal met acht Nederlanders, vier per jeep. Ik zit bij Dirma, Anita en nog een man die hier voor zijn werk is. Hij is rechter. Onze chauffeur heet Spike, de gids rijdt de andere jeep. Hij heet Norman. We rijden eerst de stad uit. Dat duurt lang, want het is druk en het staat behoorlijk vast. Het regen buiten nog steeds. Als we de stad uit zijn en al een tijdje rijden, bedenk ik me ineens iets. Kut, kut, kut, kut!!! Ik weet het eigenlijk zeker, maar ik check het even. En ja hoor, ik ben de accu van mijn fototoestel vergeten erin te doen. Verdomme! Ik had die ochtend al het gevoel dat ik iets vergat. Toen ik hem de avond ervoor uit het stopcontact haalde en in mijn koffer gooide, dacht ik nog: Ik moet hem morgen niet vergeten. Zo zie je maar: je moet het altijd meteen doen. Ik baal enorm. Ik ben zo blij met mijn camera en hij maakt zulke mooie foto’s! Mijn enige gelukje is, dat Dirma en Anita er ook zijn. Dus zij kunnen ook foto’s maken. Maar toch! Ik vind het ook zo leuk om foto’s te maken en mijn ogen werken als een lens. Als ik om me heen kijk, stel ik me voortdurend voor wat mooie plaatjes zouden zijn. Dit is weer die zelfkennis. Ik weet dat ik hier nog zeker de halve dag mee kan zitten en over kan klagen. Ik vind het moeilijk om zoiets los te laten. Ik neem me voor om extra veel in me op te nemen en om gebruik te maken van mijn fotografische geheugen (die ik helaas niet heel erg ontwikkeld heb). We rijden door naar het zuidwesten. Wonder boven wonder klaart de lucht op en stopt het met regenen. Als we van de stad verwijderd zijn, mogen we in de achterbak van de jeep zitten. Op een verhoogde houten plank. Dit is fijn! Een heerlijke afkoelende wind als we vaart maken. We rijden over zand- en savanneweggetjes en dat hobbelt en bobbelt behoorlijk. We brengen eerst (al rijdend) een bezoek aan het indianendorpje Powakka. We maken een stop bij een kreek. Dit is dus een voorbeeld van zo’n prachtig plaatje. Ik vraag Anita of ze foto’s wil maken. Het water hier schijnt geneeskrachtig te zijn. Iets verderop staat een bordje: streng verboden te zwemmen bij ongesteldheid. Ik vraag me af waarom en ik kan twee mogelijke redenen bedenken: de mensen zien ongesteldheid als onrein en het water is schoon en helend. Of er zwemmen piranha’s. dat is geen grapje, die heb je hier echt. En die komen op bloed af. Als we staan te genieten van de natuur, komt er een vrouw op een scooter op ons af. Ze heeft een mededeling. Ze moet van de kapitein van het dorp zeggen, dat er geen foto’s gemaakt mogen worden en dat we niet mogen zwemmen. De gids gaat door het lint en vindt het belachelijk. Dit heeft hij nog nooit meegemaakt. Hij zegt tegen de vrouw dat ze maar aan de kapitein moet doorgeven, dat dit niet alleen van hem is en dat er gewoon foto’s gemaakt mogen worden van Suriname. En als de kapitein het er niet mee eens is, moet ie zelf maar komen. Dan zullen ze het er nog wel eens over hebben. We rijden door en na een tijdje sjezen we door de bushbush. Je moet goed opletten en op tijd bukken en takken aan de kant slaan. Welkom in de jungle. We komen er niet zonder krassen vanaf en het krioelt er van de insecten. Ik lijk de enige te zijn die er echt last van heeft. Wat het dan toch helemaal goedmaakt, is de mooie omgeving en de prachtige blauwe vlinders die er rondvliegen. We rijden ook nog door de dorpjes Berlijn (ja, echt) en Bigi Kroetoe. De mensen leven hier echt in huisjes wat wij krotjes zouden noemen. Heel primitief allemaal. Af en toe is er weer een enorme plensbui en dan vluchten we de jeep weer even in. maar ik moet zeggen, dat het weer me alles meevalt. Net als in Galibi, is het droog op de juiste momenten. Onze laatste stop is een zwemstop. Terwijl we erheen lopen, zeg ik tegen Anita dat ik niet ga zwemmen. Geen zin om nat te worden en het regent steeds. Als we er aankomen denk ik er al snel anders over. Wat een paradijs! Wauw! Een prachtige kreek met een aparte kleur water door bladeren die op de bodem liggen. Omgeven door groen en fladderende, blauwe vlinders. Ik vraag me af of ik ooit zo’n mooi stukje natuur heb gezien. En wat een rust. Het is echt heel bijzonder om dit te zien, laat staan om er in te zwemmen. Dat doen we dan ook. Het water is koud, maar als je eenmaal door bent, is het lekker fris. Precies goed. Het water lijkt doorzichtig oranje als je naar je armen kijkt. Echt een stukje perfectie. Na al dit moois rijden we terug naar Paramaribo. Nog best wel een ritje. Ik gok dat we ruim anderhalf uur onderweg zijn. In de auto kan ik mijn ogen niet meer open houden. Daar geef ik maar al te graag aan toe. Gelukkig verloopt de terugweg niet meer zo ruig. Niet meer met de jeep over boomstammen en door rivieren. Thuis aangekomen zijn Jenny en Mirjam er nog even. Al snel gaan ze er vandoor. Ze gaan de vier meiden uitzwaaien op het vliegveld. Ik heb het huis voor me alleen en spring even lekker onder de douche. Ook ga ik aan de slag met mijn koffer, die weer moet worden ingepakt. Ik leen de boxjes van Jenny, in de ‘weet’ dat dat vast wel mag. Ik zing al inpakkend mee met de liedjes op mijn Ipod. Totdat ik een ‘pok’ hoor en een vrij groot insect zie vliegen. Ik stop meteen met zingen en ren de kamer uit. Mijn hersenen gaan razendsnel tekeer. Wat moet ik doen? Twee mogelijkheden: of ik doe de deur van de kamer dicht en verban mezelf naar de woonkamer. Met als gevolg dat ik niets meer kan doen. En het duurt nog wel even voordat er iemand thuis komt. Of ik zoek de moed in mezelf en ga op jacht. Ik kies voor het tweede. Hadden jullie niet verwacht hè? Voorzichtig loop (of sluip) ik de kamer in en ik kijk rond. Als snel zie ik hem op de klamboe op de rand van het bed zitten (op het matras). Ik zal je krijgen! Hij ziet er angstaanjagend uit, maar ik ook. Ik pak een handdoek. 1, 2, 3… pletten maar! Ik plet zo hard als ik kan op het zachte matras. Ik besluit de handdoek er even op te laten liggen en ik ga verder met mijn koffer. Als Dirma en Anita er later zijn, kijk ik onder de handdoek. Ongelooflijk. Hij leeft nog! We treden op als team. Dirma houdt ‘m gevangen onder de handdoek, Anita geeft me de spuitbus. Dirma telt af. 1, 2, 3… spuiten maar! Het is een taaie. Hij blijft bewegen. Uiteindelijk pakt Dirma ‘m met de handdoek op en gooit hem naar buiten. Weg ermee. Iets later komen Jenny en Mirjam thuis. We gaan rond 21.30 uur naar het pannenkoekenhuis. Daarna drinken we nog wat bij ’t Vat en ik koop nog een vingerhoedje. Thuis aangekomen duiken we ons bed in. Met de jeepsafari ben ik trouwens best een beetje verbrand. Armen en schouders. In de tijd dat de zon scheen, heeft hij goed zijn best gedaan.
Vanochtend sta ik om 8.52 uur op. Een record volgens mij. Al had ik om 7.00 uur al geplast. Raak ik over de jetlag heen, vertrek ik vanmiddag naar huis. En dan zal het een jetlag zijn waar ik meer last van krijg. Ik kom morgenochtend om 8.00 uur aan. het is voor mij dan 3.00 uur ’s nachts. En dan moet je nog de hele dag… ach, hoort erbij. Ik ben wel een beetje bang voor de terugreis. God mijn koffer in de gaten houden. Ze zouden er toch drugs in stoppen… Dan ben je nog verder van huis dan de feitelijke 7600 km…

  • 05 Mei 2011 - 19:37

    Lotte:

    Gelukkig is van dit laatste niets waar en ben je weer veilig en wel in Nederland! Lang leve de 3 dubbele sloten en een zeer oplettend oog!!

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Cindy

Actief sinds 24 Sept. 2009
Verslag gelezen: 422
Totaal aantal bezoekers 125975

Voorgaande reizen:

31 Augustus 2014 - 29 Maart 2015

Mi viaje a Sudamérica

02 Juni 2013 - 02 Juni 2013

Journey of my life

01 September 2012 - 15 Maart 2013

Backpacken

25 April 2011 - 05 Mei 2011

Suriname!

02 Mei 2010 - 15 Mei 2010

Malawi

Landen bezocht: